Een groot aantal projecten krijgt nu te maken met de aanmeldnotitie m.e.r.. Voor gemeenten is het niet altijd duidelijk hoe hiermee om te gaan, met name als het gaat om projecten die reeds in procedure zijn. De aanmeldnotitie is het gevolg van een herziening in de m.e.r.-richtlijn, waardoor op 7 juli jl. het Besluit milieueffectrapportage (m.e.r.) en de Wet milieubeheer zijn gewijzigd. Dit heeft zowel gevolgen voor de initiatiefnemer als voor gemeenten.
Besluit m.e.r.
Doel van de mer-richtlijn is om de milieueffecten van projecten vroegtijdig en volwaardig te betrekken in de besluitvorming. De herziening beoogt de m.e.r.-beoordelingsprocedure te verduidelijken, de kwaliteit en de inhoud van het MER te verbeteren en de m.e.r.-procedure te stroomlijnen met milieubeoordelingen van andere EU-regelgeving.[1]
De aanmeldnotitie
Als gevolg van de wijziging van het Besluit m.e.r., dient voor elk initiatief (tenzij het bevoegd gezag de initiatiefnemer is) dat onder de drempelwaarde blijft, een aanmeldnotitie te worden opgesteld. Deze aanmeldnotitie is vormvrij, maar moet tenminste een omschrijving bevatten van de kenmerken, de plaats en de belangrijke gevolgen voor het milieu van het project. Dit komt overeen met de vormvrije m.e.r.-beoordeling. Het bevoegd gezag bepaalt vervolgens binnen 6 weken op basis van deze aanmeldnotitie of een milieueffectrapport moet worden opgesteld. Het besluit hiervan wordt ten slotte bij de vergunningaanvraag gevoegd.
De vraag is hoe het bevoegd gezag omgaat met deze wijziging bij projecten van zeer geringe omvang en met projecten die reeds in procedure zijn. Mees Ruimte & Milieu heeft hier inmiddels ervaring mee bij verschillende gemeenten, alsmede met het opstellen van aanmeldnotities. Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen met Erik-Jaap Scheer.
M: 06 46018067
E: info@meesruimteenmilieu.nl
[1] Kamerstukken II, 2015/16, 34287, nr. 3, p. 3.