Crisis- en Herstelwet

Op 31 maart 2010 is de Chw van kracht geworden. De wet werd nodig geacht in verband met de crisis en richt zich op versnelling van infrastructurele werken, andere grote bouwprojecten en projecten op het gebied van duurzaamheid, energie en innovatie. Op 25 april 2013 is de Chw op een aantal punten gewijzigd en permanent gemaakt. In de zomer hebben wij de tijd genomen om de belangrijkste wijzigingen te bestuderen en nog eens in het kort de voordelen van de Chw op een rijtje te zetten.

Op welke projecten is de Chw van toepassing?
In de bijlagen van de wet zijn projecten opgesomd waar de Chw op van toepassing is. In bijlage I zijn categorieën projecten genoemd en in bijlage II concrete projecten. Bij bijlage I gaat het bijvoorbeeld om projecten rondom duurzame energie, gebiedsontwikkeling en werken van provinciaal of nationaal belang en gebiedsontwikkeling van lokaal of regionaal belang. Bij gebiedsontwikkeling van lokaal of regionaal belang gaat het bijvoorbeeld om woningbouwprojecten van meer dan 11 woningen of de herstructurering van woon- en werkgebieden. De Crisis- en herstelwet kan dus al van toepassing worden verklaard bij relatief kleinschalige projecten.

Behalve de procedurevoordelen die de Chw al biedt, kan voor woningbouwprojecten van ten minste 12 en ten hoogste 2.000 woningen en projecten van maatschappelijke betekenis (zoals zorginstellingen of ziekenhuizen), ook een projectuitvoeringsbesluit worden genomen. Hierbij worden alle benodigde vergunningen en ontheffingen, met enkele uitzonderingen, gecoördineerd en in één besluit genomen door de gemeenteraad en is rechtstreek beroep mogelijk bij de Raad van State (dus niet eerst de procedure doorlopen bij bestuursrechter). Ook kan op verzoek een gebied door de minister worden aangewezen als ontwikkelingsgebied, waardoor milieugebruiksruimte wordt geoptimaliseerd en pas na 10 jaar voldaan hoeft te worden aan de milieunormen. De mogelijkheden voor ontwikkelingsgebieden zijn bij deze laatste wetswijzing verder verruimd.

Welke procedurevoordelen biedt de Chw?
Een van de meest belangrijke afdelingen is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de wet, waarbij verschillende procedurevoordelen worden gegeven. Deze zijn van toepassing op projecten van zowel bijlage I als op bijlage II en zijn dus nu permanent geworden met de wetswijziging.

Wijziging beperking beroepsrecht decentrale overheden
Voor de wetswijziging konden lagere overheden niet in beroep tegen besluiten van hogere overheden, zodat een gemeente ook niet tegen een besluit van de provincie in kon gaan. Dit is nu gewijzigd, zodat het alleen nog maar gaat om besluiten van de centrale overheid, waartegen lagere overheden niet in beroep kunnen gaan.

Snelle afhandeling beroep
Door de Chw wordt er naar gestreefd om een zaak binnen 6 maanden af te handelen. Pro forma beroep (na instellen beroep kunnen geen beroepsgronden meer aangevoerd worden). Door het permanent worden van de Chw wordt dit de standaard bij Chw-projecten.

Behoud van onderzoeken en feiten
Indien door de duur van een procedure de onderzoeken verouderen, kan bij een besluit volstaan worden met een eenvoudige actualisatie. Daarnaast blijven feiten en onderzoeken ook behouden wanneer een besluit wordt vernietigd, dan kan het besluit genomen worden op basis van dezelfde gegevens als het primaire besluit.

Gelden de procedurevoordelen alleen voor projecten die genoemd zijn in de Chw?
De procedurevoordelen uit de Chw zijn alleen van toepassing op de projecten die genoemd zijn in de bijlagen, maar in eerdere wetswijzigingen zijn procedurevoordelen van de Chw al opgenomen in andere wetgeving, zoals de bestuurlijke lus en het relativiteitsvereiste in de Algemene wet bestuursrecht. Met de wetswijziging van 25 april j.l. is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) gewijzigd met betrekking tot onlosmakelijkheid, fasering, tijdelijke omgevingsvergunningen en de houdbaarheid van onderzoeksgegevens. Voorheen was een aanvraag met betrekking tot de activiteit bouwen, waarbij strijdigheid met het bestemmingsplan werd geconstateerd, onlosmakelijk verbonden met een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan. Nu kan voorafgaand aan en los van de overige onlosmakelijke activiteiten een aanvraag om een omgevingsvergunning worden ingediend voor het afwijken van het bestemmingsplan. Tevens is nu in de Wabo opgenomen dat onderzoeken in ieder geval twee jaar houdbaar zijn. Hiermee wordt voorkomen dat tussen de aanvraag en het (ontwerp)besluit onderzoeken overgedaan moeten worden omdat bijvoorbeeld actuele cijfers verwerkt moeten worden.