RUIMTELIJKE MOTIVERING
De ruimtelijke motivering van Mees wordt voornamelijk ingezet bij twee verschillende juridische procedures: Binnenplans afwijken van het bestemmingsplan en de gevallen op de Kruimellijst (Bijlage II, artikel 4, lid 11, Besluit omgevingsrecht).
In de Wabo wetgeving is het toestemming verlenen voor binnenplans afwijken geregeld. De grondslag ligt in het vigerende bestemmingsplan, hierin kan opgenomen zijn dat er in beperkte mate kan worden afgeweken van het plan.
Op grond van de Kruimelgevallenregeling kan voor specifiek aangewezen gevallen met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bestemmingsplan. Dit zijn bijvoorbeeld bepaalde bijgebouwen, dakkapellen, nutsvoorzieningen, bouwpercentages, bouwhoogte en antenne installaties.
De haalbaarheid van de binnenplanse afwijking of een kruimelgeval wordt aangetoond in het plan van de initiatiefnemer. Hiervoor dient onderzoek plaats te vinden, waarbij getoetst wordt aan diversen punten zoals:
- Ruimtelijke aspecten, waaronder de beschrijving van het plan, ruimtelijke gevolgen/stedenbouwkundige motivering, planologische motivering, verkeer, beleid, water, cultuurhistorie en archeologie;
- Milieutechnische aspecten, waaronder bodem, milieuzonering, externe veiligheid, geluid, luchtkwaliteit, flora en fauna en m.e.r.-beoordeling;
- Juridisch deel, waaronder de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid.
Mees kan u in beide gevallen van dienst zijn om de ruimtelijke motivering voor u op te stellen zodat u kan doen wat u het liefst doet: ontwikkelen. Wij stellen een ruimtelijke motivering op, waarin in ieder geval de ruimtelijke, milieutechnische en juridische aspecten aan de orde komen. Indien noodzakelijk voor de uitvoerbaarheid van het project, worden de milieutechnische onderzoeken door ons uitgezet en gecoördineerd, zodat de ruimtelijke motivering als toereikend kan worden beschouwd.
Voor meer informatie of vragen kunt u direct contact opnemen met: