Mees onderzoekt
MEES ONDERZOEKT
MEES ONDERZOEKT https://meesruimteenmilieu.nl/wp-content/uploads/weg.jpg 1600 1065 Mees Ruimte & Milieu //meesruimteenmilieu.nl/wp-content/uploads/logo-mees-dark.pngDe resultaten van het onderzoek naar de kruimelgevallenregeling en de Omgevingswet zijn bekend!
Het onderzoek richtte zich op de eisen en beperkingen van de kruimelgevallenregeling en de positie daarvan in de Omgevingswet.
De belangrijkste resultaten uit het onderzoek van Anouk luiden als volgt. De kruimelgevallenregeling is van toepassing op iedere uitbreiding van een hoofdgebouw dat conform het vigerende bestemmingsplan aanwezig is of vergund is. Tussen de kruimelgevallenregeling in de huidige situatie en de toekomstige hoofdregel in de Omgevingswet zijn veel overeenkomsten te vinden. Deze hoofdregel houdt in dat de reguliere procedure voor het afwijken van het omgevingsplan van toepassing is, waarbij het mogelijk is dat complexe(re) en grote(re) projecten dan in de huidige situatie hieronder vallen. Bij zowel de kruimelgevallenregeling als de Omgevingswet speelt het Besluit m.e.r. een grote beperkende rol voor het toepassen van de reguliere procedure om af te wijken van het vigerende bestemmings- of omgevingsplan.
Werkt de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) verstikkend voor de praktijk? Mees heeft het onderzocht.
Loesanne heeft onderzocht wat voor Mees de beste manier is om te adviseren in verband met de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) bij projecten die mogelijk een negatief effect hebben op een Natura 2000-gebied. De actuele stand van zaken met betrekking tot de PAS zijn in het onderzoek meegenomen door Mees. Wat de beste manier is om rekening te houden met de PAS, verschilt per procedure. Een bestemmingsplan is geen toestemmingsbesluit waarvoor ontwikkelingsruimte geclaimd kan worden, waardoor bij voorkeur een nieuwe project specifieke passende beoordeling wordt opgesteld. Hiermee wordt de zekerheid verkregen dat geen sprake is van significant negatieve effecten op het Natura 2000-gebied. Voor een project waarvoor een toestemmingsbesluit genomen kan worden, wordt bij voorkeur een melding gedaan via AERIUS (indien de stikstofdepositie meer is dan de vergunningsvrije grens van 0,05 N/ha/j). Indien dit niet mogelijk is, gezien de hoogte van de stikstofdepositie, dient een vergunning in het kader van de Wet natuurbescherming aangevraagd te worden. Bij voorkeur wordt vervolgens middels nader ecologisch onderzoek aangetoond dat de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied niet in gevaar komen.